Wat kun je in de groep doen?

2. Ontwikkel- en leermogelijkheden creeren

Speerpunt 10: Leren met je lijf

Kinderen ontwikkelen zich met hun hele lijf en al hun zintuigen. Je kunt hieraan bijdragen door…

  • Bewegend taalspelletjes te doen en ze daardoor begrippen als ‘onder’, ‘boven’, ‘voor’, ‘achter’ of ‘naast’ bewegend te laten ervaren.
  • Activiteiten als dans of drama te doen. Via dit soort activiteiten draagt bewegen ook bij aan de sociale ontwikkeling van kinderen.
  • Ervaringen en ontdekkingen aan te bieden die aansluiten bij verschillende zintuigen. Bijvoorbeeld via nieuwe geluiden, smaken en geuren of via verschillende materialen om aan te voelen en mee te spelen (zoals zand, klei en water).
  • Lichamelijke ervaringen te koppelen aan taal. Denk bijvoorbeeld aan smaken die zoet, zout, zuur of bitter zijn.

Voorbeeld

  • Een voorbeeld van leren met je lijf zijn de blote voeten paden zoals in het Griftpark.

Tips

  • Om te delen met ouders: Veel van het leren met je lijf is makkelijk aan te bieden, ook door ouders. Denk bijvoorbeeld aan een zandbak, een waterbak, kinetisch zand, kralen en het proeven van verschillende smaken.
  • Leren met je lijf kun je ook koppelen aan Speerpunt 14: Wetenschap, natuur en techniek, bijvoorbeeld door een onderzoekje te doen naar welke smaak kinderen denken dat iets heeft en welke smaak het daadwerkelijk heeft.

Meer weten?

  • Wil je weten hoe vaardig jij zelf bent in dit speerpunt? Klik dan hier.
  • Tel- en meetactiviteiten (Speerpunt 13) lenen zich ook goed voor leren met je lijf. Denk bijvoorbeeld aan de verschillen tussen kinderen in lengte of leeftijd.