3. Overdracht van gegevens

Voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een goed overgangsproces voor kind en ouder. Een essentieel onderdeel hierin is de overdracht van gegevens. De kern van de overdracht is dat relevante informatie over hoe het kind zich heeft ontwikkeld in de groep wordt overgedragen aan de basisschool waar het kind naartoe gaat. Een juiste overdracht is belangrijk voor alle kinderen, maar zeker voor kinderen die extra aandacht nodig hebben om goed te kunnen ontwikkelen en leren. Hierdoor kan meteen de aandacht en ondersteuning worden gegeven die zij nodig hebben. Centraal in de overdracht staat wat de pedagogisch medewerker ‘weet’ over de ontwikkeling van het kind, niet wat die ‘vindt’ van het kind.

Als de informatie alleen schriftelijk of digitaal wordt overgedragen, is het een koude overdracht. Wanneer kinderen buiten de wijk of elders naar school gaan, of als er geen sprake is van (extra) zorg, zal de overdracht meestal ‘koud’ plaatsvinden.

Bij een warme overdracht wordt de informatie over kinderen naast schriftelijk en/of digitaal tevens mondeling toegelicht in een gesprek. Dit gesprek vindt bij voorkeur plaats samen met de pedagogisch medewerker, leerkracht van de groep en de ouders. Indien noodzakelijk kan ook een kernpartner aansluiten, zoals de gezinswerker van het Buurteam Jeugd & Gezin of de ambulant begeleider van het Team Jonge Kind van het Samenwerkingsverband PO.

Het is belangrijk dat tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs afspraken worden gemaakt over de vorm van de overdracht. Hierbij moet worden gedacht aan de inhoud van het overdrachtsformulier, de rol van observatie-/ kindvolgsystemen én afspraken over wanneer een warme overdracht wordt gedaan. Daarnaast is het goed om de planning van de overdrachten te bespreken en afspraken te maken over de terugkoppeling vanuit de basisschool naar het kinderdagverblijf of peutercentrum over hoe het kind is geland in de nieuwe groep.